Dan is het tijd om de armatuur van de TL-buis vast te schroeven op het latje, terwijl we de draad door de daarvoor voorziene opening trekken. Daarna is het nog een kwestie van de draden op de juiste plaats aan te sluiten in de armatuur. Omdat we nog geen elektriciteit in huis hebben, bevestig ik aan het andere uiteinde van de draad een stekker die we voorlopig kunnen gebruiken om de TL-buis van stroom te voorzien.
Tenslotte nog de TL-buis op haar plaats klikken: et voilà : licht!
Daarna begint Eefje alvast wat stro te scheren terwijl ik me amuseer met “snelverbindingen”.
Op onze studio/atelier hebben we 3 aparte lichtkringen nodig. Om te voorkomen dat we hiervoor 3 keer helemaal naar beneden tot aan de elektriciteitskast draad moeten leggen, loopt er vanaf de kast een buis met 5 draden tot boven. Vanaf daar vertakken we de 3 kringen via een buis met 3 draden.
We maken gebruik van snelverbindingen om de draden met mekaar te verbinden. Dat werkt makkelijk en snel en zorgt bovendien voor een stabielere verbinding dan de ouderwetse “lusterklemmen”. Om de kringen correct op te bouwen ga je als volgt te werk:
Op deze manier kun je maximaal 3 lichtkringen koppelen door eenzelfde 5-draads buis:Â 1 op de bruine draad, 1 op de grijze draad en 1 op de zwarte draad.
Na ons avondeten dat we tegenwoordig altijd “op den bouw” verorberen vliegen we er meteen in. We beginnen met het licht op onze slaapkamer, dan volgt de draad naar de verdeeldoos voor de lichten van de studio/atelier. Van daaruit trekken we de 2 draden voor de verlichting van de studio/atelier via de vloer op zolder.
En aangezien we dan toch op zolder zijn, leggen we meteen ook de 5 lokale kringen die daar aangesloten zullen worden op de verdeeldoos van de zolder: slaapkamer 1, slaapkamer 2, zolder, gang en de “polyvalente ruimte”.
Dan is het alweer 22u geworden en dus de hoogste tijd om weer richting thuis te rijden voor een welverdiende nachtrust.
Morgen gaan we proberen de laatste lichtkringen af te werken en zien we of we er in slagen om al een eerste lus voor de schakelaars te leggen. Dit laatste zal ook niet meteen eenvoudig zijn, maar meer hierover morgen…
]]>Papa Jef was ook al vroeg van de partij en heeft in de slaapkamer de muur naar boven verlengd zodat we deze mooi kunnen laten aansluiten met het plafond. Door eerst boven de draagbalk met latten een constructie te maken kunnen we hierachter verder opvullen met stro en daarna de muur mooi recht afwerken alvorens te lemen. Bovenop het kader en tegen de laatste draagbalk van het plafond is ook een panlat  bevestigd zodat daar dan langs onder dezelfde plafondplanken als in de rest van de kamer tegen genageld kunnen worden.
Als we dit verder gaan afwerken zullen we dit documenteren met beelden om het allemaal wat duidelijker te maken.
Tegen de avond hebben Papa Ronny en ikzelf ook weer een paar honderd meter extra draad gelegd. Doordat we eerst al de gaten in de planken geboord hebben en deze met het decoupeerzaagje verbinden tot een grote gleuf gaat het doortrekken van de draden een stuk vlotter.
Op zondag werken Eefje en ikzelf verder aan de elektriciteit en tegen zondagavond zitten we zonder 5G1,5. We kunnen dus nog niet alles afwerken voor de lichtkringen, maar het scheelt niet veel! We beginnen er in te geloven dat we tegen het volgende weekend de elektriciteitswerken kunnen afronden…
]]>Hieronder zien jullie in woord en beeld hoe zo een gat gemaakt wordt voor een dubbel stopcontact:
Bij het meten van de afstand vanaf de vloer houd je rekening met
Als we bovenstaande samentellen komen we afgerond uit op 20cm te meten vanaf de huidige vloer. Dit punt zal het midden bepalen van het uit te boren gat.
De waterpas gebruik je om zeker te zijn dat het stopcontact mooi horizontaal geplaatst zal worden. Je kan ook 2 keer meten en je 2 meetpunten verbinden, maar dan moet je al zeker zijn dat je vloer 100% waterpas ligt. Met de waterpas krijg je dus een nauwkeuriger resultaat.
Op de referentielijn meet je de afstand vanaf het muureinde waar je stopcontact zal komen. Omdat het hier om een dubbel stopcontact gaat, meten we twee punten uit, exact 71mm uit mekaar.
Plaats de boor in het midden van de klokboor exact op het merkteken op je referentielijn en boor het gat. Zorg dat je niet in één keer helemaal door je muur probeert heen te boren. Hierdoor riskeer je je klokboor te overhitten. Het is beter om in stoten te boren d.w.z. boren, je boor even terugtrekken terwijl je de boor laat draaien en dan verder boren. Zo blijft je klokboor koel en voorkom je deze te beschadigen door overhittting. Bovendien ga je zo veel sneller door je muur heen zitten met veel minder moeite!
Als je maar een enkel stopcontact wil plaatsen ben je hier meteen klaar met boren en kun je je contactdoosje plaatsen.
Plaats je boor op het tweede merkteken om het tweede gat te boren. Zoals aangegeven: 71mm vanaf het midden van het eerste gat. De afstand die je moet laten kun je ook terugvinden op het inbouwdoosje. Best dus dat je zorgt dat je minstens 1 doosje beschikbaar hebt voor de exacte afmetingen.
Je hebt nu 2 gaten naast mekaar, maar daarin kan nog geen dubbel inbouwdoosje gezet worden.
We halen weer de waterpas boven om perfect recht een lijn te trekken, zowel boven als onder de twee gaten. We verbinden zo telkens de twee gaten op het hoogste en laagste punt. Weer gebruiken we de waterpas om zeker te zijn dat het eindresultaat perfect pas is en het stopcontact dus ook perfect horizontaal zal zitten.
Een vaste hand is hier zeker een pluspunt, maar als je op je gemak mooi langs je referentielijn gaat is het met een goed wipzaagje eenvoudig om het gat af te werken.
Het is nog iets te vroeg om al naar huis te gaan, maar iets te laat om nog aan de bedrading voor de lichtpunten te beginnen. Daarom besluiten we om ook alvast de gaten te boren voor de inbouwdoosjes van de lichtschakelaars.
Die worden op dezelfde manier geboord als hierboven beschreven, enkel moet in dit geval maar één gat geboord worden en dit keer op 115cm van de vloer.
]]>De eerste (de goeie) is gesneuveld doordat een schroef niet op de verwachte plaats zat en tijdens het boren van een gat kwam onze speedboor dus net op die schroef uit. Gevolg: zo bot als een hak en niet meer bruikbaar. Doeme, he, ’t ging net zo vlot!
Dan maar terugvallen op ons boorke uit den Aldi. Het kost iets meer moeite maar met deze kunnen we toch een aantal gaten verder totdat deze plotseling krom staat. Effectief krom! Te warm gekregen van het intensief gebruik blijkbaar.
Enfin, op één plank na zijn alle gaten geboord, dus trekken we alvast de draden die we kunnen en wachten we tot woensdag om deze definitief vast te leggen. We hebben daarna nog een rol van 100m 3G25 over, maar volgens onze berekening hebben we maar een kleine 50m meer nodig. De rol van 100m wordt dus morgen ingeruild voor eentje van 50m.  Zolang een rol ongebruikt is kan dat nog. Da’s best mee genomen als je wat op je centen moet letten.
Tussendoor hebben we ook alvast de eerste gaten geboord met ons spiksplinternieuwe klokboor voor de openingen waar de doosjes voor de stopcontacten in geplaatst moeten worden. We gebruiken hiervoor een klokboor met een diameter van 68mm. Hierin past exact één doosje voor een enkel stopcontact. Waar een dubbel stopcontact moet komen, boren we met de klok twee gaten naast mekaar, met het middelpunt 71mm uit mekaar. Met onze wipzaag gaan we dan een keer langs de bovenkant zodat we een mooie ovale uitsnede krijgen waarin dan weer perfect een doosje voor een dubbel stopcontact past.
De volgende keer dat we zo moeten ‘klokken’ zullen we dat ook op beeld vastleggen zodat het allemaal een beetje duidelijker wordt.
]]>Als de gaten geboord zijn worden de draden er doorheen getrokken. We beginnen voor elke kring beneden aan de elektriciteitskast en trekken hem vandaar volgens het pad dat we voor de kring uitgetekend hebben doorheen de binnenmuren en langs de buitenmuur waar nodig. In de binnenmuren wordt de draad door de gaten in de planken geleid, waar de draad verticaal omhoog gaat of langs de buitenmuur, wordt deze met een speciaal klemmeke vastgenageld.
Op het einde van het weekend zijn alle draden voor de stopcontacten van de eerste verdieping en de zolder getrokken. Blijft enkel nog de stopcontacten op het gelijkvloers die allemaal rechtstreeks naar de elektriciteitskast moeten lopen:
Daar gaan we maandag en dinsdag werk van maken, zodat we daarna aan de lichtkringen kunnen beginnen.
]]>Woensdagavond hebben we dan een rustdagje ingelast om eerst dit werk goed voor te bereiden. Per verdieping hebben we 3 plannetjes opgesteld:
Deze plannetjes hadden we maandagavond al een keer overlopen met Gert van E.V.I. bvba en samen met de extra informatie die we daar meekregen konden we de plannetjes nu verder uitwerken zodat we weten welke draad waar gelegd moet worden. Zo vullen we elk plan aan met de draden zoals ze in een kring gelegd moeten worden van de elektriciteitskast tot het laatste aansluitingspunt en voorzien we alle kringen van een logische nummering die we zullen overnemen op de gelegde kabels.
We beginnen met het indelen van de stopcontacten in kringen, ermee rekening houdend dat er maximum 8 aansluitpunten mogen zitten op één kring. Een aansluitpunt kan 1 of meer stopcontacten bevatten. Dus dit wil niet zeggen dat er maximaal 8 stopcontacten op een kring zitten. Als je twee stopcontacten in 1 doosje zet (een dubbel stopcontact zoals dat heet) wordt dit maar als één aansluitpunt beschouwd. Daarboven zijn er een aantal apparaten die verplicht apart op een kring moeten aangesloten worden:
We komen zo uit op 13 kringen op het gelijkvloers, 2 kringen op de eerste verdieping en nog eens 2 kringen op zolder. Dat belooft!
Stopcontacten worden aangesloten via een “3G 2,5mm²” draad. Dat wil zeggen dat er 3 draden door de buis lopen: geel/groen, blauw en bruin van elk 2.5mm² dik. De geel/groene draad is voor de aarding, de andere twee leveren de spanning.
Donderdag zijn we dan begonnen met het effectief leggen van de stroomkringen voor de stopcontacten op de benedenverdieping. Er waren door de schoonfamilie al een paar kringen gelegd, alleen waren deze nog niet helemaal van de nodige labeling voorzien en dus beginnen we met het labelen van de aanwezige kringen. We doen dit door aan de uiteinden 2 draden een halve centimeter te strippen zodat het koper vrij komt. Aan één uiteinde houden we de twee draden tegen mekaar en creëren we zo een kortsluiting, aan het andere uiteinde gebruiken we een weerstandmeter om na te gaan of we het juiste uiteinde beet hebben. Als het toestel een signaal geeft, hebben we de juiste draad en worden meteen de twee uiteinden gelabeld. Zo weten we perfect welke draad van waar naar waar loopt, hetgeen ons werk later bij het aansluiten zal vergemakkelijken.
Daarna gaan we aan de slag om alvast de eerste kring op de eerste verdieping te leggen. De draad is immers al naar boven naar de studio getrokken en moet vanaf daar enkel nog verder verdeeld worden. We rollen de draad eerst volledig af over de totale benodigde lengte. Hierbij houden we rekening met het feit dat we telkens als we een aansluitpunt voorzien, we daar wat extra draad voorzien om deze makkelijk uit de muur te trekken.
De draad wordt dan langs de muur geleid, tussen het stro waar mogelijk en anders door de binnenmuur. Als de draad langs het stro loopt, zetten we hem vast met speciaal hiervoor voorziene klemmetjes. Deze klikt op de draad en wordt met een nagel vastgeslagen zodat de draad mooi op zijn plaats blijft zitten. Waar de draad door de binnenmuur moet, boren we met een “speedboor” van 24 mm aan de vloerzijde en in het midden van de verticale planken een gat waar we de kabel door geleiden. Met onze boorkes van “den Aldi” gaat dat niet echt vlot, dus voor we aan de volgende reeks gaten beginnen zullen we eerst eens gaan shoppen voor een stevigere versie.
Foto’s om het bovenstaande wat te verduidelijken kunnen jullie dit weekend verwachten.
]]>