Categorieën
Ons Strohuisje

Iedereen kan nu makkelijk naar binnen!

Sinds we ingetrokken zijn in ons strohuisje hebben we ons aan de voordeur altijd beholpen met enkele grote blokken hout als “tijdelijke trap” om naar binnen te gaan. Gezien het hoogteverschil met de “begane grond” was dit echt wel nodig.

Eigenlijk was ik van plan om zelf aan onze voordeur een platform te maken met een lichte helling aan één kant om het zo makkelijker te maken om bij ons binnen te geraken, zeker ook voor mensen in een rolstoel, maar het was er nooit van gekomen om hier eindelijk werk van te maken.

Begin deze week heeft Papa Jef uiteindelijk zelf het initiatief genomen om onze trap aan de voordeur te komen zetten. Hij had blijkbaar nog wel wat overschot van bankirai hout liggen dat voldoende was om voor ons een mooie trap te maken.

En ik moet het toegeven: het eindresultaat is heel wat mooier en ongetwijfeld steviger dan het ontwerp dat ikzelf in gedachten had.

Een solide basis zorgt ervoor dat het platform stevig op zijn plaats staat.
Een solide basis zorgt ervoor dat het platform stevig op zijn plaats staat.
De loopplanken van het plateau aan de voordeur worden eerst voorgeboord.
De loopplanken van het plateau aan de voordeur worden eerst voorgeboord.
Zowel de vloerplanken als  de leuning worden stevig vastgeschroefd.
Zowel de vloerplanken als de leuning worden stevig vastgeschroefd.
Het eindresultaat langs de voorzijde: Twee lange treden zorgen voor een goeie basis voor een zachte helling.
Het eindresultaat langs de voorzijde: Twee lange treden zorgen voor een goeie basis voor een zachte helling.
Twee planken aan de zijkant van de trap zorgen voor een zachte helling om met de rolstoel naar boven te rijden.
Twee planken aan de zijkant van de trap zorgen voor een zachte helling om met de rolstoel naar boven te rijden.
De loopplanken zijn langs onder voorzien van een aluminium hoekplaatje. Dit hoekplaatje schuift netjes in speciaal hiervoor voorziene gleuven in de trap. Daardoor liggen de planken stevig op hun plaats en kunnen ze niet wegschuiven als je er met de rolstoel over rijdt.
De loopplanken zijn langs onder voorzien van een aluminium hoekplaatje. Dit hoekplaatje schuift netjes in speciaal hiervoor voorziene gleuven in de trap. Daardoor liggen de planken stevig op hun plaats en kunnen ze niet wegschuiven als je er met de rolstoel over rijdt.
Aan de achterzijde is er een korter trapje voorzien, zodat we van de voordeur ook makkelijk richting tuin kunnen gaan.
Aan de achterzijde is er een korter trapje voorzien, zodat we van de voordeur ook makkelijk richting tuin kunnen gaan.
Categorieën
Ons Strohuisje

Het gras is groen, hoog tijd voor een omheining dus!

Het gras staat ondertussen al een paar weken mooi groen in onze tuin en ik mag me dus wekelijks amuseren met gras maaien, want het groeit echt wel heel snel!

Gezien we samen met de meisjes buiten op het gras willen kunnen spelen zonder constant ons zorgen te maken dat ze de straat kunnen oplopen, is het dus de hoogste tijd om een stuk omheining te zetten. We wonen wel in een rustige straat, maar één onoplettende chauffeur is voldoende als je kind onverwacht de straat op loopt, he!

We hebben al een tijdje de omheiding klaar liggen in de garage, maar nu het gras mooi uitgegroeid is kunnen we ze eindelijk plaatsen. Onze tuinman had ons aangeraden om hiermee te wachten tot het gras goed uitgeschoten was.

We hebben gekozen voor een omheining met kastanjehouten latjes. Dat ziet er mooi natuurlijk uit en past bijgevolg het beste bij ons huis.

We mogen van onze tuinman een grote schroef lenen waarmee we in de grond een gat kunnen boren waar we dan de palen in kunnen zetten. De palen moeten ongeveer 60cm diep in de grond om op de juiste hoogte van de omheining uit te komen. Al bij al is dat heel eenvoudig om die palen in de grond te steken met die schroef. Zolang je voldoende ruimte hebt om te draaien, tenminste. Vlakbij de muur of bij de omheining van de buur is dat toch iets minder makkelijk.

Met het nodige geknoei en doorzettingsvermogen slagen we er toch in om rechts van het huis de palen netjes in de grond te krijgen. De laatste 20cm worden de palen met een flinke hamer in de grond geklopt, de eerste 40cm zoals gezegd dus dankzij het gat geboord met de grote schroef.

Dan de omheining afrollen en met stevige “krammen” vastnagelen aan de palen. Eefje en ik hebben samen blijkbaar niet echt genoeg kracht om de omheining netjes te spannen en dus vraag ik hier versterking van onze tuinman die ons hierbij graag een handje komt helpen. Bedankt, Kris!

Aan de linkerkant van het huis moeten de palen door de afgewerkte inrit en ook hier snelt onze tuinman, Kris ons weer te hulp. Hier moeten 4 palen gezet worden, want hier hebben we een poortje voorzien aan de kant van het huis.

Als alles op zijn plaats staat, moet er enkel nog een soort slot op het poortje gemonteerd worden.

De omheining aan de linkerkant van het huis, inclusief poortje.
De omheining aan de linkerkant van het huis, inclusief poortje.

We dachten eerst aan een grote en stevige grendel, maar na een tip van Papa Jef hebben we hier voor een zelf gemaakte houten grendel gekozen.

Zo’n grendel uit hout kun je vrij eenvoudig zelf maken:

  • Neem een lat of plank en zaag hier twee latjes af, waarbij je zorgt dat een van de latjes minstens lang genoeg is om als grendel te dienen.
    Wij hebben hier gebruikt gemaakt van een overschot van en panlat die we nog hadden liggen.
  • Van de beide latjes zaag je een hoek af zodat je twee keer een L-vormig latje krijgt. Als je beide latjes mooi tot in het midden zaagt, krijg je als resultaat dat de twee latjes mooi in mekaar passen.
  • Even glad schuren zodat de grendel beter glijdt en je wat extra “speelruimte” krijgt.
  • De eerste lat schroef je verticaal tegen de vaste paal van het poortje met 2 schroeven. Het ander latje schroef je met 1 schroef vast op het poortje zelf. Zorg ervoor dat het latje tegen de vaste paal met de lip naar achter zit zodat de grendel er achter kan schuiven. Omgekeerd moet de grendel uiteraard vastgeschroefd worden met het lipje tegen het poortje zodat deze netjes achter het ander latje kan.
Met het poortje open zie je perfect hoe de grondel tegen het poortje geschroefd is.
Met het poortje open zie je perfect hoe de grondel tegen het poortje geschroefd is.
De grendel schuift netjes achter de lip van het latje op de vaste paal.
De grendel schuift netjes achter de lip van het latje op de vaste paal.
En zo is het poortje netjes afgesloten. Goedkoop en eenvoudig!
En zo is het poortje netjes afgesloten. Goedkoop en eenvoudig!
Categorieën
Ons Strohuisje

Tadelakt zetten is vermoeiend

We hadden al zo’n vermoeden dat tadelakt zetten vermoeiend ging zijn, maar ik moet toegeven dat we het toch nog een beetje onderschat hadden.

Woensdagmorgen heeft Eefje alvast in elke emmer Tierrafino Stone 5 liter water toegevoegd en daarna het deksel er weer op gedaan. Daarna was het minimum 24 uur wachten zodat de tadelakt het water voldoende kan opnemen. Volgens de productbeschrijving moet je 2 dagen tot 15 dagen wachten alvorens de tadelakt te verwerken, maar volgens onze hulplijn, Mathias van het Leemniscaat, kun je de tadelakt ook na 24u al verwerken.

Woensdagavond hebben we ook nog wat rond gesurft op het internet op zoek naar een goed filmpje dat het verwerken van tadelakt beschrijft. We willen immers zeker zijn dat we alles volgens de regels van de kunst aanpakken. Na enig zoekwerk hebben we een hele goede beschrijving gevonden op de productpagina van Tierrafino Stone. Je kan het filmpje ook terugvinden op onze blog op de pagina Tadelakt van A-Z. Op deze pagina gaan we proberen om alle stappen om een (deel van) je badkamer met tadelakt af te werken te beschrijven. Wij hebben immers nergens een pagina of filmpje gevonden waarin alle stappen van A-Z uitgelegd werden en hopen jullie hiermee alvast te kunnen helpen.

Na het bekijken van het filmpje hebben we zo’n vermoeden dat het een hele klus gaat zijn om alles op één dag klaar te krijgen en dus nemen we ons voor om donderdag vroeg op te staan zodat we op tijd eraan kunnen beginnen. Donderdag is onze vrije dag waarop de meisjes naar de crèche zijn en we allebei thuis zijn. Hopelijk moeten we dan niet te laat werken en als het laat wordt, hebben we vrijdag 1 mei om wat bij te rusten.

Het is helaas een beetje anders gelopen…

Donderdagmorgen beginnen we met goede moed aan het mengen van de tadelakt in een mengkuip, maar we slagen er met onze staafmixer niet in om van de tadelakt een “smeuïge massa” te maken. Na enig gevloek besluiten we om naar de winkel te gaan waar we onze mixer gehaald hebben om een ander staaf te halen, want onze huidige staaf slaagt er niet in om door de vaste tadelakt te snijden en dus krijgen we het niet gemixt.

Als we terug zijn van de winkel proberen we de staaf van de mixer te wisselen, maar die zit door het gebruik van de voorbije 2 jaar zo vast dat ik hem niet loskrijg. Ik slaag er wel in om de staaf van de mixer te halen, maar het tussenstuk dat tussen de staaf en de mixer zit om de draairichting te veranderen krijg ik met geen enkel middel los, zelfs niet met de hulp van onze buurman. Terug naar de winkel dus, waar de technische dienst ons even helpt om onze staaf los te krijgen.

Tegen dat we terug thuis zijn is het al middag en dus wordt er eerst een boterham gegeten en tegen 13u kunnen we dan eindelijk beginnen.

Met de nieuwe staaf is het mixen al heel wat makkelijker, al moet ik wel zeggen dat de voorgeschreven hoeveelheid water (300 – 500 ml) een beetje optimistisch is. We beginnen dus door eerst een goeie halve liter water in de kuip te gieten, vervolgens de tadelakt toevoegen en dan mixen totdat deze loskomt. Vervolgens voegen we beetje bij beetje water bij terwijl we blijven mixen totdat de tadelakt uiteindelijk veranderd in de smeerbare pasta die we willen hebben en die op de video zichtbaar was.

Het mixen is best zwaar werk en je moet zeker lang genoeg blijven mixen. Ik denk dat we per emmer toch wel dicht bij een kwartier met onze mixer bezig geweest zijn voordat we een voldoende smeerbare pasta tadelakt hadden.

Voordat we beginnen met de tadelakt op te zetten met de spaan zorgen we dat de muur goed vochtig is door deze nat te spuiten met een plantenspuit. Als de ondergrond vochtig is, heb je iets meer tijd om de tadelakt te verwerken. Hoe sneller deze droogt, hoe sneller je moet werken namelijk. Nu hebben we al wel wat ervaring met pleisterwerk na het lemen van de buitenmuren en de leemfinish op de binnenmuren, maar met tadelakt moet je echt wel een stuk sneller werken wat het toch net iets uitdagender maakt.

Het valt wel op dat de tadelakt makkelijk gelijkmatig aan te brengen is. Dat is zeker geen nadeel, want dat bespaart je wat tijd in het gelijk strijken achteraf.

Eefje is druk in de weer met het opzetten van de tadelakt.
Eefje is druk in de weer met het opzetten van de tadelakt.

Let er bij het opzetten van de tadelakt op dat je voldoende druk zet om een goede hechting te garanderen. De Tierrafino Stone wordt opgezet in een zo egaal mogelijke laag van ongeveer 5mm. Als de oppervlakte die je wil bezetten met tadelakt vrij groot is, wordt aangeraden om minimum van hoek tot hoek in één keer aan te brengen.

Een manier om tijd te winnen tijdens de verwerking is de tadelakt te bedekken met dunn plastiek. Die zorgt dat de tadelakt niet uitdraagt en zo kun je eventueel de volledige badkamer bezetten en daarna stuk per stuk de tadelakt afwerken door stuk per stuk de plastiek te verwijderen.

Eefje en ik verdelen de ruimte en werken elk aan één kant om mekaar niet in de weg te staan. Het is duidelijk dat Eefje veel sneller kan werken dan ik, want het gaat bij haar duidelijk sneller voorruit. Ik kan als excuus wel inbrengen dat ik af en toe het stukadoorwerk moet pauzeren om een extra emmer tadelakt klaar te mixen. We kiezen ervoor om emmer per emmer te mixen, want anders ben ik al snel een half uur bezig om een kuip te mengen. Telkens als de kuip bijna leeg is, scheppen we de rest over in een emmer zodat Eefje kan verder werken en ik de volgende portie tadelakt kan mixen. Zo wordt het werk alleen bij mij maar een kwartiertje onderbroken en hebben we de indruk dat we beter kunnen doorwerken.

In ons enthousiasme zijn we de tip van de plastiek compleet vergeten en eer we het goed en wel beseffen is het 17u en hebben we de grote wand onderaan en de douchewand rechts al bijna helemaal bezet. We merken ook dat we onvoldoende voorraad tadelakt hebben om alles af te werken en dus moeten we noodgedwongen ons beperken tot deze twee wanden en zorgen we dat we van hoek tot hoek opgezet krijgen.

Het is ondertussen ook tijd om onze meisjes te gaan oppikken en bovenien willen we ook nog de extra tadelakt gaan bestellen bij Ecomat. Dus Eefje rijdt naar de crèche en ik vertrek richting Ecomat. We hadden van de vorige fase 3 zakken trasskalk over, dus die kan ik dan gelijk proberen inruilen, hetgeen mits een beetje aandringen ook lukt. Ik bestel 3 potten tadelakt extra en neem ook nog een extra “Japanse spaan” en polijststeen mee. Zo kunnen we alles met zijn tweeën doen. Dat werkt niet alleen sneller, dat is ook een stuk plezanter werken.

Weer thuis wordt er eerst gegeten en dan vliegen we er weer in. De meisjes worden voor een keer achter de TV gezet.

Eefje werkt de laatste tadelakt op en ik begin alvast met het schuren met het houten schuurblad. Met deze stap mag je beginnen van zodra de glans van de tadelakt verdwenen is. Je blijft schuren totdat de tadelakt weer kneedbaar wordt. Mathias beschreef het als “een melkachtige structuur”. Het is een beetje moeilijk te omschrijven, dus je zal dit wat moeten aanvoelen, maar de bedoeling is uiteindelijk om de fijne kalk in de tadelakt naar voren te brengen.

Schuren, schuren, schuren totdat de tadelakt weer bewerkbaar wordt en de fijne kalk naar voren komt.
Schuren, schuren, schuren totdat de tadelakt weer bewerkbaar wordt en de fijne kalk naar voren komt.

Een bijkomend voordeel van het schuren met het houten schuurblad is dat de meeste oneffenheden ook uit de muur verdwijnen.

Vervolgens ga je aan het werk met de “Japanse spaan”. Dit is een speciale spaan uit zacht plastic waarmee je de fijne kalk gaat verdelen en zorgt voor een (in ons geval bijna) perfect glad resultaat. Het makkelijkst om een effen resultaat te krijgen is met je spaan in alle mogelijke richtingen te bewegen. Zorg er ook voor dat je je spaan zo vlak mogelijk houdt om de kalk te verdelen. Als je deze te schuin houdt, ga je immers schrapen en dat is niet de bedoeling. Je gaat hiermee net zolang door totdat er nog maar een hele dunne laag van de tadelakt bewerkbaar is.

Met de "Japanse spaan" wordt de fijn kalk egaal over de muur verdeeld totdat er nog maar een heel dun laagje van de tadelakt bewerkbaar is.
Met de “Japanse spaan” wordt de fijn kalk egaal over de muur verdeeld totdat er nog maar een heel dun laagje van de tadelakt bewerkbaar is.

Bij het spanen moet je er ook altijd op letten dat als de tadelakt terug gaat glanzen dat je stopt met spanen totdat deze weer mat geworden is.

Als je uiteindelijk met een nog dun laagje bewerkbare tadelakt overblijft, ga je aan de slag met de polijststeen. Zorg er voor dat je dit niet te vroeg doet, want dan ga je echt kringen in de tadelakt trekken en dat is niet de bedoeling. Als de tadelakt voldoende uitgehard is – maar ook weer niet te hard – ga je aan het polijsten en zo creëer je geleidelijk aan de typische glans van tadelakt op je muur.

Met de gladde polijststeen breng je de definitieve tekening en de  typische glans aan in de tadelakt.
Met de gladde polijststeen breng je de definitieve tekening en de typische glans aan in de tadelakt.

Bij het polijsten moet je er op letten dat je niet te veel druk zet. Als je te veel druk zet ga je hier en daar merken dat de tadelakt weer loskomt van de muur en krijg je kleine putjes die je maar moeilijk weer goed dicht krijgt. Zorg er dus voor dat de polijststeen echt over de tadelakt glijdt en verhoog geleidelijk aan de druk een beetje om een mooie glanzende structuur te krijgen. Ik werk het liefst in kleine kringetjes. Ik houd wel van de tekening in de tadelakt die zo ontstaan en bovendien is dat voor mij makkelijker werken.

Het is ondertussen al half twee geworden en onze meisjes liggen al lang in bed en het wordt de hoogste tijd dat ook wij in ons bed kruipen. We hebben nog maar een deel van de muur kunnen polijsten omdat het resterende gedeelte nog te vochtig is, maar de rest zal moeten wachten tot de volgende morgen.

Vanmorgen hebben de meisjes ons wat laten “uitslapen” tot bijna half negen en na het ontbijt willen we er weer meteen invliegen, ondanks de stramme spieren. Het lange werken heeft duidelijk zijn tol geëist op mijn polsen, schouder en bovenarm, net als bij Eefje, maar we laten ons niet kennen.

Terwijl Eefje de meisjes aankleedt en snel langs de bakker gaat voor brood, wil ik alvast beginnen met de eerste laag zeep op het gepolijste gedeelte van gisteren, maar dat blijkt nog te snel te zijn. Ik merk namelijk dat de zachte borstel lijntjes trekt in de tadelakt en dat is niet de bedoeling. De tekening van de polijststeen moet immers bewaard blijven.

Dan maar opnieuw polijsten met de polijststeen.

Er wordt stevig doorgepolijst en na een korte middagpauze kunnen we om ongeveer half twee zeggen dat alles netjes gepolijst is.

We beslissen daarna om de badkamer en de rest van het huis een grondige poetsbeurt te geven, want overal in huis zijn er kalksporen van onze werkschoenen.

Het inzepen van de tadelakt met olijfzeep gaat moeten wachten tot volgende week.

Categorieën
Ons Strohuisje

De laatste voorbereidende laag is een feit

Vandaag hebben Eefje en ik samen in de badkamer de laatste voorbereidende laag pleisterwerk gezet voordat we eindelijk aan de tadelact zelf kunnen beginnen.

Deze laag bestaat uit een laag trasskalk (of kalkpleister) van ongeveer 5 mm dik die met een speciale rol met gaten ruw gemaakt wordt.

De trasskalk wordt geleverd in zakken van 30kg en hier moet ongeveer 11,5 liter water aan toegevoegd worden volgens de verpakking. We merken alvast dat dat geen exacte wetenschap is en dus wordt de trasskalk eerder “op het gevoel” gemengd. Dat wil zeggen dat we eerst mengen met minder water en dan geleidelijk aan beetje bij beetje extra water toevoegen totdat de trasskalk juist de goede structuur heeft.

Wanneer heeft die nu de juist structuur? Wel als de trasskalk aan je spaan blijft kleven als je hem afstrijkt dan is hij goed. Als hij ervan af glijdt is hij ofwel te droog ofwel te nat en moet je dus extra water of trasskalk toevoegen.

We brengen de trasskalk weer aan met de stukadoorspaan in een laag van ongeveer 5 mm. Omdat de trasskalk niet zo vriendelijk is voor de huid, dragen we tijdens de verwerking een paar goeie werkhandschoenen.

Als de trasskalk gelijkmatig aangebracht is en ongeveer een half uurtje gedroogd heeft, brengen we structuur in de laag traskalk met de speciale spons met gaten. Even de spons in water dompelen en weer uitwringen alvorens over de trasskalk te rollen en dan krijg je meteen de juiste structuur.

Van links naar rechts zie je de evolutie van onze muur: de gekamde laag van vorige keer, de trasskalk zoals hij met de spaan is aangebracht en als laatste het geborstelde resultaat.
Van links naar rechts zie je de evolutie van onze muur: de gekamde laag van vorige keer, de trasskalk zoals hij met de spaan is aangebracht en als laatste het geborstelde resultaat.
Dit is de structuur die we krijgen na het borstelen met de rol met gaten. De trasskalk wordt dan ruw, maar zonder grote gaten of bulten.
Dit is de structuur die we krijgen na het borstelen met de rol met gaten. De trasskalk wordt dan ruw, maar zonder grote gaten of bulten.

Als alles geborsteld is moeten we weer wachten totdat deze laag uitgedroogd is. Volgens de verpakking is dat een dag per mm, dus gezien we ongeveer 5 mm aangebracht hebben zal dat een 5-tal dagen moeten duren.

Volgende week hebben we een verlengd weekend, het ideaal moment dus om aan de laatste laag te beginnen. Het echte werk: de tadelact!

Categorieën
Ons Strohuisje

Zorg dat het blijft plakken!

Nadat we enkele dagen geveld waren door een lentegriepje, hebben Eefje en ik donderdag weer hard gewerkt in de badkamer.

Omdat we toch van een aantal stappen niet helemaal zeker waren hadden we de dag ervoor eerst even Mathias van het Leemniscaat gebeld om raad te vragen. Hij legde ons uit dat alvorens we de kalkpleister aanbrengen als basis voor de tadelact we eerst een hechtingslaag van 5mm moeten aanbrengen. We waren dus heel blij dat we Mathias gebeld hebben, want dat waren ze ons vergeten te vertellen!

We zijn dus deze week 2 dagen na mekaar bij Ecomat in Genk gepasseerd. Eerst om onze potten tadelact te gaan afhalen en daarna dus voor de SKS “Klebe- und Armierungsmörtel” en een wapennetje om hierin in te kammen.

We begin met onze wapennetjes al op maat te knippen zodat we die als de hechtingsmortel aangebracht is deze er meteen kunnen inkammen en niet dan nog moeten beginnen knippen. Dit wisten we nog van onze vorige pleisterwerken. Als het wapennet op voorhand geknipt is verlies je hier geen tijd mee en kun je vlot verder werken.

Volgens de omschrijving op de verpakking moet er bij een zak van 25kg mortel ongeveer 5 liter water toegevoegd worden en daarna goed gemixt worden. Onze ervaring is dat er een tikkeltje meer water bij moet om de mortel goed te kunnen uitsmeren, maar bij het toevoegen van water moet je er echt wel op letten dat je niet te veel water in één keer toevoegt om te voorkomen dat je een papje krijgt dat veel te vloeibaar is om aan te brengen. We waren één keer iets te enthousiast met water toevoegen en hebben dan behoorlijk wat mortel moeten toevoegen om terug de juiste dichtheid van mortel te verkrijgen.

Het is ook best een vuil werkje, dus ik raad je aan om vloer die niet vuil mag worden te bedekken met stevige plastic of iets dergelijks om wat minder poetswerk te hebben achteraf.

Een illustratie van de verschillende fasen van de muur. Bovenaan zie je nog de oranje vloeibare folie. Onderaan zie je rechts de ruw opgezette hechtingsmortel. Links is een deel van het wapennet al ingekamd.
Een illustratie van de verschillende fasen van de muur. Bovenaan zie je nog de oranje vloeibare folie. Onderaan zie je rechts de ruw opgezette hechtingsmortel. Links is een deel van het wapennet al ingekamd.

De mortel wordt met een normale stukadoorsspaan aangebracht, net zoals de leem of leemfinish in een laagje van ongeveer 5mm. Deze hoeft ook niet perfect glad uitgestreken te worden, want het gaat hier tenslotte slechts om een hechtingslaag. Uiteraard zorgen we wel dat de laag overal ongeveer even dik is zodat we geen putten en builen creëren die we later moeten uitvlakken in de volgende laag.

Als de mortel nog nat is kun je er makkelijk het wapennet met mazen van ongeveer 5 mm indrukken met je stukadoorsspaan. Daarna gebruik je een kam, ook met tanden van ongeveer 5 mm om structuur in de hechtingslaag te creëren.

Een duidelijker zicht op de structuur van de hechtingsmortel. Rechts voor het inkammen van het wapennet, en rechts terwijl het wapennet ingekamd wordt.
Een duidelijker zicht op de structuur van de hechtingsmortel. Rechts voor het inkammen van het wapennet, en links terwijl het wapennet ingekamd wordt.
En zo ziet dat er dan uit als alles netjes ingekamd is.
En zo ziet dat er dan uit als alles netjes ingekamd is.

Omdat de mortel nogal kleverig en stevig van structuur is, moet ik toegeven dat het een stuk zwaarder werken is om deze met de mixer goed te mengen. Dat ging zelfs met de zware leem een stuk gemakkelijker! Maar gelukkig is onze mixer van het zware kaliber en geeft die geen krimp. Ikzelf daarentegen begon er toch al spontaan van te zweten…

De mixer doet goed zijn werk. Dit is echt één van onze beste investeringen geweest tijdens onze bouwwerkzaamheden.
De mixer doet goed zijn werk. Dit is echt één van onze beste investeringen geweest tijdens onze bouwwerkzaamheden.

De mortel moet ook binnen de 2 uur verwerkt zijn, dus maak je best geen te grote hoeveelheid in één keer. Zeker niet in het begin als je nog niet “in de zone” bent.

Tenslotte nog een tip om het inkammen van het wapennet te vergemakkellijken: Zorg dat je de mortel vochtig houdt door deze regelmatig lichtjes te besproeien met een plantenspuit met zuiver water. Uiteraard mag je de mortel ook niet te nat maken, maar dat spreekt voor zich.

Eefje gebruikt de spaan om het net in de natte mortel te drukken.
Eefje gebruikt de spaan om het net in de natte mortel te drukken.

Door het wapennet met de spaan in de mortel te drukken, kun je waar er eventueel te weinig mortel is deze makkelijk aanvullen door de mortel die je elders wegschraapt. Houd je spaan daarom op een klein hoek terwijl je het net stevig indrukt. Een makkelijke manier om alles extra uit te vlakken!

Een gouden tip van Eefje: houd de mortel vochtig door af en toe met de plantenspuit te bevochtigen met zuiver water. Zo blijft deze zacht genoeg om makkelijk het wapennet in te kammen.
Een gouden tip van Eefje: houd de mortel vochtig door af en toe met de plantenspuit te bevochtigen met zuiver water. Zo blijft deze zacht genoeg om makkelijk het wapennet in te kammen.

De scheidingswand van onze douche wordt ook afgewerkt met tadelact en om het net in de zijkant van de muur in te kammen gebruiken we een plamuurmes. Dat is makkelijker hanteerbaar en ideaal om het wapennet op dit smalle stukje in te kammen en mooi om de hoek te plooien. Zo krijgen we meteen een netjes afgeronde hoek.

Nog enkele tips bij het inkammen van de wapennetten:

  • Zorg er altijd voor dat je aaneensluitende stukken net minimum 10 centimeter laat overlappen. Dit is belangrijk om geen breuken te krijgen tussen twee los naast mekaar ingekamde netten.
  • In een binnenhoek kun je een platte steen gebruiken om het wapennet netjes in de hoek te duwen. Hierdoor wordt de hoek mooi afgerond en ben je zeker dat je je wapennet niet scheurt.
  • Voor buitenhoeken gebruikten we zoals al aangegeven een flexibel plamuurmes om het net in te kammen. Hiermee kun je netjes de kromming van de ene muur naar de andere volgen en creëer je automatisch een mooi afgeronde hoek.

We zijn op dit stukje toch in totaal 11 uur bezig geweest, netjes op maat knippen en mixen inbegrepen uiteraard. Dus het is een werk’je’ dat je niet mag onderschatten. Desalniettemin is het een stap die je zeker niet mag overslaan om te voorkomen dat je kalkpleister weer los komt van de muur doordat deze niet goed hecht.

Nu moeten we wachten tot de hechtingsmortel uitgehard is en dan kunnen we volgende week de volgende laag zetten.

Ondertussen kunnen we alvast nadenken over hoe we een ander leuk ideetje dat we hebben om de tadelact in de rest van de badkamer te laten terugkomen technisch uit te werken. Maar hierover vertellen we dan meer in een volgende post.