De eerste lamp…

Deze week werd er naarstig gewerkt aan de elektriciteit met als resultaat dat we vandaag zover zijn dat we onze eerste lamp hebben opgehangen in de berging. Daar zal het dus voortaan niet meer donker zijn. Om dit te  bewerkstelligen hebben we eerst een lat vastgeschroefd op de draagbalken van het plafond. Daarna wordt de draad uit de buis gehaald voor de afstand die langs het plafond moet lopen. We leggen hem daar zo dicht mogelijk tegen de draagbalk zodat we die later makkelijk kunnen verstoppen achter een latje. Dan langs de lat naar een voorgeboord gaatje naar beneden.

Dan is het tijd om de armatuur van de TL-buis vast te schroeven op het latje, terwijl we de draad door de daarvoor voorziene opening trekken. Daarna is het nog een kwestie van de draden op de juiste plaats aan te sluiten in de armatuur. Omdat we nog geen elektriciteit in huis hebben, bevestig ik aan het andere uiteinde van de draad een stekker die we voorlopig kunnen gebruiken om de TL-buis van stroom te voorzien.

Tenslotte nog de TL-buis op haar plaats klikken: et voilà: licht!

Onze eerste lamp: een TL-buis in de berging.

Daarna begint Eefje alvast wat stro te scheren terwijl ik me amuseer met “snelverbindingen”.

Eefje scheert het stro met de kettingzaag. We willen tijdens de paasvakantie immers klaar zijn om te beginnen lemen...

Op onze studio/atelier hebben we 3 aparte lichtkringen nodig. Om te voorkomen dat we hiervoor 3 keer helemaal naar beneden tot aan de elektriciteitskast draad moeten leggen, loopt er vanaf de kast een buis met 5 draden tot boven. Vanaf daar vertakken we de 3 kringen via een buis met 3 draden.

We maken gebruik van snelverbindingen om de draden met mekaar te verbinden. Dat werkt makkelijk en snel en zorgt bovendien voor een stabielere verbinding dan de ouderwetse “lusterklemmen”. Om de kringen correct op te bouwen ga je als volgt te werk:

  • Verbind alle blauwe draden samen, deze vormen de zogenaamde 0-draad.
  • Verbind alle geel-groene draden samen, deze vormen de aardingslus.
  • Per lichtkring verbind je de bruine draad van de 3-draads buis met een van de overblijvende draden uit de 5-draads buis.

Op deze manier kun je maximaal 3 lichtkringen koppelen door eenzelfde 5-draads buis: 1 op de bruine draad, 1 op de grijze draad en 1 op de zwarte draad.

Met snelverbindingen is het makkelijk om de wirwar aan draden te ordenen in 3 aparte kringen.
Het best om geen fouten te maken is door te beginnen met het samenbinden van de blauwe nul en geel-groene aarding. Daarna hoeven enkel de overblijvende draden verbonden te worden om de kringen op te bouwen.