De eerste stromuur…

Vanmorgen om 9u hadden we afgesproken met onze architect, Peter Vos, voor een korte demonstratie voor het bouwen van onze eerste stromuur.

We hebben dan wel de strocursus al gevolgd gehad bij Casa Calida, maar dat is ondertussen alweer meer dan een jaar geleden, dus een goeie opfrissing was zeker welkom.

Als voorbereiding hadden we gisteren al een boel wilgentakken op lengte gesneden en aangescherpt. Om de juiste lengte van de wilgentakken te bepalen, neem je de hoogte van twee strobalen op mekaar gestapeld, min 15 centimeter. In ons geval is dat dus 2 keer 50 cm – 15 cm, oftewel ongeveer 85cm.

We beginnen met de eerste rij strobalen op hun kant tussen de balken van de eerste muur te plaatsen. Alsof ze op maat gemaakt zijn, komen deze perfect uit tussen de twee balken. De tweede rij hierboven moet in verband geplaatst worden, dus beginnen we met een halve strobaal. Om een strobaal te splitsen ga je als volgt te werk:

  1. Plaats het uiteinde van een lange sergeant op de plaats waar de strobaal gesplitst moet worden en sla deze er goed tussen.
  2. Klem de strobaal goed vast met de sergeant. De makkelijkste manier is om met de hamer tegen het onderste uiteinde van de sergeant te meppen totdat hij goed klemt.
  3. Snijd je de koorden die strobaal samenhouden door.
  4. Haal de strobaal voorzichtig uit mekaar. Indien je een strobaal in twee gelijke delen splitst of in twee delen die allebei groot genoeg zijn om te gebruiken, plaats je een sergeant op de beide halve strobalen. Zo krijg je twee bruikbare helften.
  5. Gebruik een stevig touw (vlaskoord gaat het best) om de strobaal weer samen te binden. Zorg hierbij ervoor dat het koord voldoende strak aangespannen wordt, anders valt je strobaal uit mekaar.
  6. Klaar!

Vul de tweede rij op tot je op het uiteinde opnieuw een halve strobaal nodig hebt. Meet de afstand die je moet opvullen en tel hier ongeveer 5cm bij. Dat is de lengte die je nodig hebt om de laatste strobaal op maat te splitsen. De laatste strobaal moet iets breder zijn dan de open ruimte om er zeker van te zijn dat deze voldoende klemt.

Probeer bij het plaatsen van de strobalen er op te letten dat je deze al zo gelijkmatig mogelijk plaatst. Voorkom zo veel mogelijk putten en bulten, dat vergemakkelijkt later het lemen.

Als de twee rijen strobalen op hun plaats zitten, ga je de strobalen met mekaar verbinden door middel van de op maat gezaagde wilgentakken. Gebruik twee wilgentakken per volledige strobaal. Eentje aan elke helft, zodat deze verbonden wordt met de strobaal eronder. Om de stokken in de strobaal te kloppen, kan een zware hamer handig zijn.

Als er twee rijen op hun plaats liggen, is het tijd om deze aan te persen. Hiervoor plaatsen we twee balken van 6cm dik en 17,5 cm breed tussen de vertikale balken van de muur die we opvullen. De horizontale balken worden eerst op de juiste lengte gezaagd, zodat ze juist tussen de vertikale balken passen.

Jens en Papa Ronny zagen de balken op exact de juiste lengte om tussen de vertikale balken te passen.

De balken worden samen gehouden door dichtbij het uiteinde van de balken deze met mekaar te verbinden met behulp van een tijdelijk balkje. Dit wordt met 4 schroeven vastgezet, twee in elke balk zodat de balken perfect samen blijven en met een opening tussenin zodat deze samen exact 36 cm breed worden. Dat is immers de breedte van de balken van het houtskelet.

Om de balk naar beneden te drukken, plaatsen we op de twee uiteinden een autokrik. Boven de autokrik plaats je ofwel een zwaar L-ijzer, ofwel zoals wij deden een eigen gemaakte balk die je in de vertikale balk vastschroeft met een paar stevige schroeven.

Onze versie van een zwaar L-ijzer: een stevig balkje, verstevigd met een ijzer plaatje waarin enkele gaten voorgeboord worden om het makkelijker tegen de vertikale balk te kunnen vastzetten.
Schroef de balk (of eventueel een zwaar L-ijzer) tegen de balk met stevige schroeven. Gebruik hiervoor een schroefboormachine met "trilschroeffunctie", want dit is zwaar werk!

Daarna trek je een streepje op de balk, gelijk met de onderkant van de horizontale balk. Dit is je referentie om te zien tot hoever je de balk moet aandrukken. Krik de balk omlaag totdat de bovenkant van de balk gelijk komt met dit streepje. Gebruik een waterpas om ervoor te zorgen dat de balk mooi waterpas ligt door aan de juiste kant de balk eventueel een stukje extra aan te drukken.

Nu worden de balken vastgezet met behulp van minimum 4 L-ijzers, eentje op elke balk aan de beide uiteinden. Bevestig de L-ijzers eerst enkel aan de vertikale balk zodat de balk niet meer omhoog kan komen. De krikken en hulpbalkjes kunnen daarna verwijderd worden.

Tenslotte wordt de balk mooi gelijk met de vertikale balk gezet door met een flinke hamer op een plank te slaan die je deels tegen de horizontale en deels tegen de vertikale balk houdt. Je doet dat eerst aan de ene kant, waarna je aan die kant de L-ijzers ook vastzet aan de horizontale balk. Daarna pas stel je de balk aan de andere kant. Als je de balk niet eerst vastzet aan het vorige uiteinde, riskeer je dat deze daar terug van zijn plaats gaat bij het stellen aan de andere kant en kun je opnieuw beginnen. Rest nog om de balk nu ook aan het tweede uiteinde vast te zetten met de L-ijzers en je bent klaar voor de volgende rij strobalen.

Deze stappen herhaal je totdat je bovenaan komt en er onvoldoende plaats is om twee strobalen boven mekaar te zetten.

Meet de afstand van de laatste balk tot de hoogte waar je laatste strobaal moet komen. Splits de strobalen op deze lengte, plus enkele centimeters en klem deze strobalen vertikaal tussen de laatste balk en ofwel de balken van de volgende verdieping of het dak.

Jens en Papa Ronny klemmen de laatste rij strobalen die op maat gesplitst zijn vertikaal tussen de laatste balk en de draagbalk van de eerste verdieping.

Hiermee is je eerste stromuur klaar en kun je het hele proces herhalen voor de volgende muur.

Eefje 'poseert' even voor onze eerste voltooide muur...